Al van jongs af aan voelt Janine een bijzondere band met haar verstandelijk beperkte broer Albert-Jan. Maar nu hij ouder wordt, ziet zij haar ouders steeds meer worstelen en besluit ze dat het tijd is de zorg officieel van hen over te nemen. Nu mag zij er zijn voor Albert-Jan. Wat betekent deze nieuwe verantwoordelijkheid voor haar relatie met haar grote broer?
Net na zijn vijftigste verjaardag neemt Janine (50) de zorg voor haar broer Albert-Jan van haar ouders over. Dat dit niet slechts een formaliteit is, blijkt al snel. Albert-Jan leeft in zijn eigen wereld en kan niet praten. Daarom moet Janine regelmatig belangrijke beslissingen nemen zonder precies te weten wat er in hem omgaat. Dat maakt haar vaak onzeker, want hoe weet ze of ze het goed genoeg doet? Zij is voortaan degene die meegaat naar zijn behandelingen. Ingrepen die het beste zijn voor Albert-Jan, maar waar hij duidelijk onrustig van wordt. Janine worstelt zowel fysiek als mentaal met haar nieuwe rol, want hoe kan ze ervoor blijven zorgen dat ze – ondanks alles wat ze hem moet ‘aandoen’ – ook nog gewoon zijn lieve zus is?
Janine slaat zich er, samen met haar zusje Annette, moedig en met de nodige humor doorheen. Maar als het coronavirus Nederland bereikt en de woongroep van Albert-Jan wordt afgesloten van de buitenwereld, wordt het zelfs haar te veel. De zussen kunnen niet meer bij hun broer op bezoek en zijn afhankelijk van de begeleiding om met hun broer te communiceren. Met Albert-Jan zelf gaat het tijdens de lockdown verrassend goed, wat weer nieuwe vragen oproept. Hoe hard heeft hij zijn zussen eigenlijk nodig?