In de Duitse stad Ludwigshafen aan de Rijn woont een man die als werk auto’s repareert in zijn eigen garage, terwijl hij tegelijkertijd koning is over 200.000 mensen in Ghana. Koning Céphas Bansah, die in Duitsland woont sinds 1970, regeert over zijn mensen vanuit Ludwigshafen. Hij reist verscheidene keren per jaar naar West Afrika om te kijken hoe het staat met de hulpprojecten en om beschikbaar te zijn voor zijn mensen. Zijn dochter Katharina (38) heeft een Duitse moeder en is geboren en getogen in Ludwigshafen. Katharina is een freelance grafisch vormgever, een feministische vrije geest, een kunstenaar, hippie en… dochter van een koning.
In de afgelopen jaren hebben de vader en dochter groeiende vijandelijkheden ervaren van de witte Duitse meerderheid. Hun reacties op die ervaring kunnen niet meer van elkaar verschillen. Hij is er van overtuigd dat aanpassing en dankbaarheid de sleutel zijn tot succesvolle integratie. Hij financiert meerdere essentiële hulpprojecten in Ghana met behulp van Duitse donoren. Zij daarentegen is het kotsbeu om te moeten bewijzen dat ze Duits genoeg is.
Vader en dochter gaan samen op reis. Voor het eerst in jaren gaat Katharina mee naar zijn koninkrijk in Ghana. Ze wil die kant van zichzelf leren kennen, ze wil haar spirituele batterij opladen en uitvinden of ze op een dag de troon wil overnemen. Op deze intense reis kijkt Katharina met andere ogen naar haar vader en realiseert ze wat haar Ghanese kant voor haar betekent. En wat het niet betekent.